Het ALS Centrum Nederland heeft onlangs resultaten bekendgemaakt van een methode die beter de meerwaarde van medicijnen kan beoordelen voor mensen met ALS. Hierin wordt voor het eerst rekening gehouden met de standpunten van mensen met ALS. In ALS onderzoek wordt het effect van een nieuw medicijn gemeten met meetschalen zoals de ALSFRS-R of spierkracht. Een cruciale vraag daarbij is: wanneer is het behandeleffect voor mensen met ALS groot genoeg zodat het opweegt tegen de mogelijke risico’s en bijwerkingen?
Regelgevende instanties zoals de Europese EMA en de Amerikaanse FDA maken bij de beoordeling van nieuwe medicijnen een afweging tussen de mogelijke risico’s en het beoogde effect. Deze afweging is voor ALS niet heel makkelijk te maken. Het ziektebeloop wisselt immers erg van persoon tot persoon en mensen hebben vaak zeer uiteenlopende klachten.
Een verschillend ziektebeloop
Een medicijn dat vooral het spreken of de handfunctie bevordert, heeft maar weinig meerwaarde voor mensen die enkel klachten hebben in de benen. In medicijnonderzoek voor ALS wordt echter geen rekening gehouden met het feit dat patiënten erg verschillen in hun klachten. Het kan dus zo zijn dat een medicijn op papier voordelig lijkt, maar in de praktijk maar weinig oplevert voor mensen met ALS. Dit geldt ook andersom: het medicijn zorgt op papier niet voor verbetering, maar mensen hebben wel degelijk baat bij de behandeling.
Dit probleem is zeer actueel, zeker met de recente ontwikkelingen voor behandelingen zoals AMX0035, NurOwn en edaravone. Hoe maken we een goede afweging om het medicijn wel of niet te gebruiken? Niet alleen voor artsen en regelgevers is dit belangrijk, maar ook voor de patiënt zelf.
Nieuwe methode om behandelingen te beoordelen
Samen met de Universiteit van Stanford in de Verenigde Staten hebben onderzoekers van het ALS Centrum daarom een nieuwe manier bedacht om de resultaten uit medicijnonderzoek beter samen te vatten. Hierdoor kunnen we sneller vaststellen of een medicijn aansluit bij de wensen van individuele patiënten en geschikt is voor de behandeling van ALS in het algemeen. We doen dit door de behandeleffecten op meetschalen zoals de ALSFRS-R of spierkracht te wegen met de voorkeuren van mensen met ALS. Bijvoorbeeld: als iemand het spreken belangrijker vindt dan het lopen, dan wegen de vragen over het spreken zwaarder mee op de meetschaal dan vragen over het lopen. Door dit bij alle mensen individueel toe te passen, kunnen we bepalen of een medicijn gemiddeld gezien een toegevoegde waarde heeft op klachten die ook belangrijk zijn voor patiënten.
Voorkeuren van mensen met ALS
In de studie hebben 433 mensen met ALS, PSMA en PLS in Nederland een online vragenlijst ingevuld. We vroegen hen welke symptomen ze het liefst zouden willen verbeteren. Hieronder vielen bijvoorbeeld klachten met spreken, gebruik van de armen en handen, het lopen en de ademhaling. Met deze gegevens waren we in staat om te onderzoeken wat de drijfveren zijn voor bepaalde voorkeuren. Ook konden we onze methode testen in computer-gesimuleerde medicijnstudies. Gemiddeld gezien vonden mensen het spreken en de ademhaling het belangrijkst, maar dit werd beïnvloed door de plek waar de eerste klachten ontstonden en hoelang iemand al ziek was. Onze methode bleek een beter beeld te geven van het effect van nieuwe medicijnen. Dit heeft belangrijke gevolgen voor medicijnonderzoek, waarbij de voorkeur van mensen met ALS een centrale plek moet krijgen in toekomstige medicijnstudies.
Momenteel treffen we voorbereidingen om de methode daadwerkelijk in medicijnstudies toe te passen en de methode verder te bewijzen. Die laatste stap is belangrijk om regelgevende instanties zoals de EMA en FDA te overtuigen. In een vervolgstudie gaan we daarom de betrouwbaarheid van de methode verder aantonen. We zullen daarnaast ook uitzoeken welke factoren bepalend zijn voor een goede kwaliteit van leven en hoe belangrijk het verlengen van de levensduur is voor mensen met ALS bij de beoordeling van een nieuwe behandeling.
De wetenschappelijke resultaten van de studie zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Neurology, Neurosurgery and Psychiatry [link]. Tevens is er een begeleidend commentaar door onafhankelijke onderzoekers geschreven [link].
Voor onderzoekers: De methode is geprogrammeerd en gratis beschikbaar als een online rekenmachine met toegang tot de geanonimiseerde gegevens van de studiedeelnemers (https://tricals.shinyapps.io/PROOF/).